Commerciële software en monopolievorming

>> Index <<

Auteursrecht en licentie-overeenkomst

Intellectueel eigendom

Commerciële software: De closed source van Microsoft als voorbeeld

Closed source: achter gesloten deuren
Microsofts markt
Het ontstaan van Microsofts monopolie
De effecten van Microsofts monopolie
De markt voor software

Niet universele alles in één oplossingen

De digibeten van de GUI
Totalitaire softwarepakketen
Nieuwe software voor een nieuwe wereld


Meer lezen



Auteursrecht en licentie-overeenkomst

> Top <

Diverse wetten beschermen intellectueel of geestelijk eigendom: het recht van de schepper van een werk waarop een of meer intellectuele eigendomsrechten kunnen rusten.

Auteursrecht

Zo regelt het auteursrecht van 1912 "het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld". Bekende uitzonderingen zijn het citeren met bronvermelding en het maken van een kopie voor eigen gebruik.

Zaken die onder het auteursrecht vallen mag u na toestemming van de auteur gebruiken, maar ze staan niet onbeperkt tot uw beschikking. U koopt de media (het boek, de diskette of CD-Rom) en verkrijgt het gebruiksrecht erop (boek lezen, software draaien), maar u kunt géén aanspraak op de inhoud maken. Het recht om het werk te verveelvoudigen of openbaar te maken is aan de auteur of zijn rechtverkrijgende (de uitgever, de baas van de programmeur) voorbehouden.

Patenten

Een andere wijze van bescherming van intellectueel eigendom is via het patentrecht. Patenten beschermen niet de programmeercode, de tekst of het werk op zich, maar het idee dat er achter zit.

Patenten beschermen technische innovaties. Zo kan een paperclip nooit onder het auteursrecht vallen. De beschrijving valt hieronder, maar een auteursrecht op de gebruiksaanwijzing verhindert niet dat het product wordt nagemaakt. Het idee van de paperclip kan echter wel onder het patentrecht vallen. De ontwerper van de paperclip moet dan aantonen dat zijn wijze van buiging van het ijzerdraad een origineel idee is en unieke perspectieven biedt.

Het patentrecht speelt een belangrijke rol in de farmaceutische industrie. Alleen via het patentrecht kan de uitvoering van het idee, om met een bepaalde stof een bepaalde ziekte te genezen, beschermd worden. Via zijn patent kan de fabrikant een door hem ontwikkeld medicijn gedurende een bepaalde periode exclusief verkopen. Na afloop van het patent mogen andere fabrikanten (die niet aan de ontwikkelingskosten hebben meebetaald) de stof als een generiek geneesmiddel op de markt brengen.

Het bezit op een stof en/of het recht van een zieke om een bepaalde stof te slikken kan niet beschermd worden. De stoffen en het ziektegedrag bestaan immers al. Hoogstens kan de procedure om de stof te bereiden via een patent beschermd worden.

Maar het idee om de stof als medicijn toe te dienen of om een medicijn op een bepaalde (innovatieve) manier aan patiënten toe te dienen kan wel beschermd worden.

Als de stof tenminste aantoonbaar werkt: Anders zouden slimme investeerders meteen allerlei stoffen kunnen claimen. De farmaceutische industrieën waken hier wel voor, want ze weten dat als hun medicijn niet of averechts werkt, ze op claims van de consumenten kunnen rekenen. Ze moeten eerst aantonen dat de stof werkt en dat het bij normaal gebruik een veilig medicijn is. Daarom maakt maar een klein promillage van de op hun biologische eigenschappen geteste stoffen de rit uiteindelijk vol.

Het belang van de bescherming van een gepatenteerd medicijn is dus gelegen in het feit dat een farmaceutische fabrikant enorme investeringen moet doen, alvorens hij het product als een aantoonbaar veilig en effectief geneesmiddel kan registreren. Een medicijn moet aan allerlei wettelijke voorwaarden voldoen. Om die reden is de ontwikkelingsperiode van een geregistreerd geneesmiddel gemiddeld 12 jaar. Bovendien geldt dat als het product eenmaal als geregistreerd is, de fabrikant zijn claim op de resultaten van het eindproduct ook moet waarmaken. Maar hoe anders is het met softwareindustrie gesteld...

Licentieovereenkomst

Bij software gelden aanvullende bepalingen die in de licentieovereenkomst zijn vastgelegd. Hiermee bepaalt de producent hoe u zijn software mag gebruiken. Standaard is het gebruiksrecht op software beperkt tot één versie van de programmatuur op één computer. Dit gebruiksrecht is niet over te dragen en is niet exclusief. De auteur mag zijn programma aan uw concurrent verkopen, maar u mag niets.

Veel licentiebepalingen hebben te maken met het gemak waarmee digitale informatie veranderd, gekopieerd en verspreid kan worden. De vrees dat het product als warez op beschrijfbare media verspreidt wordt of via het internet de wereld rondgaat is niet ongegrond. Verspreiding valt weliswaar onder het auteursrecht, maar voordat een lolbroek de software met een "Oeps, dat wist ik niet" in een nieuwsgroep post, zullen de softwaremakers hun gebruikers met nadruk op dit verbod willen wijzen. Vandaar die "I agree" voordat u de software installeren kunt. Bovendien eisen veel softwareleveranciers dat u de papieren licentieovereenkomst bij de hand houdt voor het geval de BSA u op een dag bezoekt.

De meeste producenten hebben vooral aan niet auteursrechtelijke bepalingen gedacht. Zo stellen vrijwel alle softwareproducenten dat ze niet voor hun fouten verantwoordelijk zijn. De software wordt geleverd "zoals ze is": anders dan bij medicijnen aanvaardt de maker geen aansprakelijkheid voor schade die ontstaat door bet "onjuist gebruik" of disfunctioneren van de software. U mag de fouten repareren met de patches die de leverancier beschikbaar stelt, maar het creatief opwaarderen en/of toepassen van de software voor een ander doel is bijna altijd verboden. Anders dan bij andere gebruiksartikelen mag de software niet structureel aanpassen, converteren of verbeteren. Wilt u meer dan moet u een andere versie van de software kopen. Op die manier werden Microsoft en Oracle rijk.

Het vreemde is dat u dit pas te weten komt als u de software installeert. Ik citeer Microsoft:

Doorgaans is de CD-ROM verzegeld. Op dat zegel staat te lezen dat de verbreking van het zegel neerkomt op een aanvaarding van uwentwege van de voorwaarden en bepalingen van de licentieovereenkomst en uw akkoord om ze na te leven.

Dergelijke (in de praktijk) eenzijdige opgelegde licentiebepalingen leveren absurde situaties op. Zie: De knechtende voorwaarden van Microsoft: veel dikdoenerij, nauwelijks geldig : een boeiende serie artikelen van HCC redacteur consumentenzaken van Gerrit Jan Brel.

Intellectueel eigendom

> Top <

Op zich is het begrijpelijk dat een auteur zijn "intellectueel eigendom" wil beschermen. Hij heeft er tijd in gestoken en hij wil brood op de plank. Maar hoe zit het als niet auteurs en programmeurs, maar uitgevers en opdrachtgevers auteursrechten verwerven? Daar ligt een grijs gebied dat niet altijd even helder is. Zo kan een programmeur die van werkgever verandert niet even zijn geheugen wissen. En hoe zit het als een gebruiker een alternatieve toepassing voor een programma bedenkt? Is hij dan de intellectuele eigenaar van dat idee? En wat wil het zeggen als de softwareleverancier het creatief gebruik van zijn software verbiedt?

Zeker bij software, maar ook in de wetenschap, kunst en literatuur, wordt er bij het leven gejat. Kennisoverdracht is de basis van onze cultuur. Het afkijken zit in onze genen en het praten over de opgedane kennis ook. Kennis gaat van mond tot mond. Maar het is dan wel vreemd dat van een kennisproduct waarvan 99% van de code of taal aangeleerd is (lees: van anderen overgenomen is) opeens het "intellectuele eigendom" van een beursgenoteerde firma kan zijn.

Ik citeer Albert Benschop op de SocioSite:

Het Statuut van Anne wordt in intellectuele kringen algemeen gezien als het begin van de wettelijke regeling van het copyright. Het statuut beschermde echter niet zozeer de schrijvers maar de uitgevers en boekhandelaren. Het statuut was bedoeld om uitgeversmonopolies te vestigen teneinde te voorkomen dat er ongewenst - opruiend, godslasterlijk, onzedelijk enz. - materiaal zou gaan circuleren. In feite was het statuut dus een vorm van censuur.

Ook in de discussies over het intellectueel eigendom van software gaat het zelden over de bescherming van de originele auteurs, maar om de zekerstelling van de financiële belangen van rechthebbenden. Zo verwierf de firma Unisys het recht op het GIF compressiealgoritme. Op grond hiervan meende UNISYS websites te kunnen claimen (Burn All GIFs).

Ook het pleidooi van Microsoft voor de bescherming van "intellectual property" klinkt als een succesvolle roofridder die zich tot wetmatige koning wil laten kronen. Microsoft koopt al jaren programmeurs van andere bedrijven op. Maar Microsoft heeft een dubieuze reputatie als het om echte innovatie gaat. Het opkopen en vervolgens (op andere markten/platforms) tot zwijgen brengen van innovatieve bedrijven behoort al jaren tot haar grote geld strategie. De praktijk staat in schril contrast tot haar Freedom to innovate ideologie. Deze gaat uit van een vrijhandel en een open markt. Maar voor Microsofts is alleen zijn eigen marktpositie belangrijk. En die is monopolistisch en dus niet op open standaarden en echte concurrentie ingesteld.

Pogingen van dergelijke softwaremakelaars om de in door hen opgekochte software verwerkte ideeën via het patentrecht te verzilveren, zijn funest voor innovatie. Ze beletten een ander om het idee beter uit te werken. Uitwisselbaarheid en open standaarden waren de essentie van de succesvolle UNIX programmeerfilosofie. Maar als een software patentrecht hier belemmeringen opwerpt, staat dat de vrije handel en de innovatie in de weg. Iedere ontwikkelaar zou eerst in een grote database moeten nagaan of zijn code niet een of ander patentrecht schaadt. En eigenlijk kan hij beter helemaal geen gepatenteerde ideeën bestuderen, omdat hij ze later onbewust zou kunnen herinneren. Dit is een onwerkbare situatie (zie: Invention), zeker voor kleine innovatieve bedrijven die niet over zo veel geld en een omvangrijke juridische afdeling beschikken als de grote bedrijven die vooral als software makelaar optreden.

Software-ontwikkeling is niet te vergelijken met de ontwikkeling van medicijnen. Met software ontwikkeling is veel minder geld gemoeid. Het gaat niet meer om een jarenlang proces van testen op honderden personen en een programma van hoog gekwalificeerd wetenschappelijk onderzoek. Binnen een half jaar staat een "as is" softwareproduct op de markt. En u bent de pineut als de software niet voldoet. Want u gebruikt het programma geheel op eigen risico.

Grote beursgenoteerde bedrijven die hun software willen laten patenteren, proberen gewoon op een gemakkelijke manier met uw licentiegelden nog meer licentiegelden te verdienen. Ze investeren in patentrechten, maar niet in software-ontwikkeling. Wat dat betreft is het rampzalig dat de Europese Gemeenschap wetgeving voor het patenteren van software op de agenda heeft staan.

Zie: Petition for a Software Patent Free Europe.



Commerciële software: De closed source van Microsoft als voorbeeld

> Top <

Closed source: achter gesloten deuren

> Top <

Westerse uitgeversmonopolies produceerden een verscheidenheid aan tijdschriften en boeken. Hun licentierecht betrof vooral de productie en de verspreiding van het materiaal, maar de inhoud werd door de auteurs bepaald. Iedereen had het recht om boeken te kopen, te lenen of door te verkopen. Men kon boeken in bibliotheken bestuderen en vergelijken. Teksten konden naar waarde worden geschat. Het lezen van en het spreken over die boeken inspireerden andere auteurs tot het schrijven van nieuwe boeken. Hierdoor ontstond een florerende boekenmarkt die de beschaving ten goede kwam.

Heel anders ging het in de closed source software industrie toe. Hier ontstonden kapitaalkrachtige softwareheerschappijen die via hun prijstelling ieder concurrerend product van de markt konden drukken. Arrogant optredende softwarereuzen als Microsoft maakten in hun expansiedrift alles gelijk. Ze introduceerden hun alom bewierookte softwarebibliotheken tot in de uithoeken der aarde, maar hielden de deur naar de studie ervan angstvallig op slot. De broncode van hun software werd als een heilig en onschendbaar relikwie in kluizen bewaard.

Op de Microsoft campus wordt bepaald waar u morgen heen wilt gaan. Want de programma's op uw besturingssysteem worden door Microsoft bepaald. Microsofts Internet Explorer (MSIE) wijst als eerste MSN startpagina aan. Hij ziet er goed uit, maar verwijst ook naar Wehkamp. Die URL ziet er echter anders uit: er is een teller aan verbonden. De Internet Explorer zoekt standaard met http://search.msn.nl. En ook daar zijn tellers aan verbonden. Daar verdient Microsoft veel geld mee. Maar hoe objectief zoekt u dan?

Als u wilt chatten kunt u bij MSN messenger terecht. En als u dat niet wilt valt Microsoft u nog steeds met de vraag lastig of u een .NET account wilt aanmaken. Voor het beluisteren van audio en het bekijken van video is Windows Media Player geïntegreerd. Sites met Apples Quick Time Player of RealNetworks audio en video zullen het dus niet meteen doen. Door de bundeling van MSIE en MS Office wordt ieder tekstdocument een Word document en wee als u MS Word dan nog niet geïnstalleerd hebt. En door de bundeling met Outlook moet uw baas eigenlijk wel Microsofts Exchange op de mailserver gebruiken. Want Outlook doet het met andere programma's minder goed.

Microsofts OEM politiek maakt het u gemakkelijk. Dat geef ik grif toe. Op iedere nieuwe computer krijgt u Microsofts filosofie op een presenteerblaadje voor gespiegeld. En ieder computerblad helpt u ermee. Maar de prijs die ervoor betaald (MS licentie, MS Office, virusscanner) is hoog. Omdat iedereen relatief goedkoop aan een Windows OEM besturingssysteem kan komen, moeten de overheid en de bedrijven ook wel MS software kopen. Maar de licenties op de Microsoft servers en niet OEM producten zijn een stuk duurder. Zo duur, dat de overheden van landen als China inmiddels op Linux overgeschakeld zijn. Maar de Nederlandse bedrijven en overheden kunnen hun Microsoft belasting op de consumenten verhalen. En of ze nu Linux gebruiken of niet: iedereen krijgt met Microsofts monopolie te maken.

Microsofts markt

> Top <

Nergens werken monopolistische praktijken beter dan op Microsofts softwaremarkt. Het is een markt waarin alles met alles samen hangt. En Microsoft is de de spin in het web. Microsoft bepaalt de winstmarge van uw softwaredealer, uw hardwaredealer (verdeel en heers OEM politiek), uw computertijdschrift (advertenties, primeurs op fabeltjes, gratis producten en diners voor met Windows opgegroeide journalisten), uw hardwareproducent (het ontwikkelen van OS/2 of Linux drivers naast de al de door hen voor Windows gemaakte drivers kost kapitalen), manipuleert de politiek (lobby, financiële ondersteuning van campagnes, waardoor bijv. de door minister Janet Reno ingezette politiek het veld moest ruimen) en last but not least: Microsoft levert een hele generatie GUI verslaafden af die niet meer weten wat een opdrachtregel is.

Hoe doet Microsoft dat? Is haar succes en macht gebaseerd op verdienste? Nee, want eigenlijk hoeft Microsoft hier niet zoveel meer voor te doen. De afhankelijkheid van consumenten, hardware- en softwareproducenten van Microsoft is al jaren een feit. Microsoft hoeft alleen maar haar monopoliepositie te handhaven. En dat is vanuit de huidige onvrije marktsituatie een koud kunstje. Want niemand kan om Microsoft Windows heen zonder zichzelf financieel te schaden.

Stuurbestanden, hardware, software en cursussen: alles wordt voor Microsofts besturingssystemen geschreven. Microsoft kan zich voordoen als innoverend bedrijf, zonder daar ook maar iets voor te hoeven doen. Met zo'n voorsprong hoeft Microsoft er alleen maar voor te zorgen dat de concurrentie klein en onbekend blijft. En dat laatste is geen probleem. Innoverende concurrenten worden opgekocht. Of met de gratis met het Microsoft besturingssysteem gebundelde software (Media Player, Internet Explorer) tot zwijgen gebracht.

Door Microsofts agressieve OEM en bundelingspolitiek wordt iedereen met Microsofts producten geconfronteerd. Scholieren worden met de Windows muis klikken opgevoed. Zelfs herintredende bijstandsmoeders moeten op staatskosten een knoppencursus Word voor Windows volgen. Maar dat sneltoetsen als Ctr-S (save) en Ctrl-P (print) ook onder Linux (KDE en StarOffice) en andere software pakketten werken, vertellen docenten niet. Want onze opvoeders zijn met Microsofts producten groot gebracht.

Dat maakt de situatie op het eerste gezicht ook zo hopeloos. Alles is op Microsofts belangen afgestemd. Dit doet denken aan een totalitaire staat zonder enige effectieve oppositie. Aan Orwells 1984 waarin de thought police alle gedachten over alternatieven uit het bewustzijn heeft geband. Gewoon door de geschiedenis te vervalsen met valse maar meer aanlokkelijke beelden die iedereen aldoor voorgeschoteld krijgt.

Is er dan geen oppositie? Ja, die is er. De Open Source gemeenschap is Microsofts belangrijkste opponent. De open source wereld heeft geen miljarden voor marketing beschikbaar, maar ze beschikt al jaren over de beste troeven. Ze is creatief en pluriform. Ze kan als een kameleon van gedaante veranderen, maar ze blijft haar open source principes steeds trouw. En dat komt doordat de creativiteit van haar gebruikers (!) en programmeurs niet opgesloten wordt in closed source patenten. In het hoofdstuk over de De General Public License kom ik hier op terug.

Het ontstaan van Microsofts monopolie

> Top <

Eens was IBM een monopolist. IBM was vooral een leverancier van hardware, maar had het alleenrecht op een essentieel stukje software dat in iedere IBM Personal Computer zit: het IBM PC BIOS. Maar in 1992 slaagden twee groepen Compaq programmeurs er in dit IBM PC BIOS te reconstrueren: Een groep bestudeerde de broncode en beschreef de hierin aangetroffen functies en een andere groep die de broncode niet kende, maakte aan de hand van de functiebeschrijvingen een IBM compatibel BIOS.

Een jaar eerder had IBM Microsoft opgedragen een simpel besturingssysteem te schrijven voor de eerste IBM PC (1981). Het was niet de beste microcomputer uit die tijd, maar vanwege IBM's goede reputatie werd hij goed verkocht. Microsoft had niets, maar ging akkoord op voorwaarde dat het haar PC Disk Operating System voor zichzelf kon houden. Ze wilde een provisie op ieder geleverd product. Microsoft had zijn eerste slag gewonnen. Voor smeuïge details verwijs ik u naar Jasper Bakkers artikel: Programmerende schooljongens leggen fundament voor software-imperium.

Door de snelle opkomst van goedkope PC klonen breidde de PC softwaremarkt zich razendsnel uit. De PC leveranciers moesten elkaar beconcurreren, maar Microsoft kwam in een comfortabele sleutelpositie terecht. Microsoft wist deze als geen ander uit te buiten. Want ook op de markt van toepassingssoftware werd Microsoft actief. En niet alleen op de PC, maar ook op de Mac.

Wie kan toepassingssoftware het best optimaliseren voor een bepaald besturingssysteem? En wie bepaalt of prima software onder de volgende versie van het besturingssysteem nog werkt? Alleen de maker van het besturingssysteem. Die heeft een enorme macht en als ze ook nog eens de monopolist op de OEM markt is kan ze goede producten maken of breken.

Dit principe meer concreet uitgewerkt: Door alleen maar te beweren dat ze als monopolist met veel kapitaal voorhanden soortgelijke producten zou ontwikkelen of opkopen, jaagde Microsoft de op een groeimarkt nog vaak oligarchisch met elkaar concurrerende producenten van goede software veel schrik aan.

Voor hen ontstond nu een soort prisoner's dilemma. Ze konden hun product goedkoop aan Microsoft verkopen (tegen hun eigen gevoel van eigenwaarde op een vrije markt in) of proberen zelfstandig te blijven. Maar dan liepen ze wel het risico dat hun concurrent door Microsoft werd opgekocht En dan hadden ze een probleem. Want Microsoft hoefde het concurrerende product maar voor een geringe meerwaarde met het aan miljoenen gebruikers verkochte Windows te bundelen om financieel uit te komen. En dan zou hun marktwaarde nog maar gering zijn. Of als dat niet het geval was bood het alleen al het feit dat de software nu van Microsoft was de consument meer vertrouwen. En dan zou hun marktwaarde ook dalen.

Hierdoor - niet door verdienste, maar door macht om andere partijen te maken of te breken - kon Microsoft de producenten van die software goedkoper opkopen. Maar om haar winst (en dus macht) verder te maximaliseren bundelde ze de zo door haar opgekochte software meestal niet. Ze verkocht het onder de druk van haar monopolie goedkoop opgekochte product meestal voor dezelfde prijs of iets lager. Als monopolist bepaalde Microsoft (en dus niet de markt) de prijs van haar software.

Door de grootgrondbezitterstactiek "koop-goedkoop-op-en-verhuur-het-duur" kon Microsofts kapitale softwarearsenaal enorm groeien. Microsofts money makers Word, Excel en Internet Explorer zijn niet door Microsoft ontworpen, maar door haar opgekocht en duur doorverkocht. Met veel geld, voorkennis en het kunnen manipuleren van de Application Programmers Interface (API) van haar besturingssysteem hield zij haar concurrenten in bedwang. Geen soft- of hardwareproducent kon om Microsofts heerschappij heen.

De effecten van Microsofts monopolie

> Top <

De hegemonie van marktleider Microsoft is inmiddels een juridisch bevestigd gegeven (Findings of fact).

34. Viewed together, three main facts indicate that Microsoft enjoys monopoly power. First, Microsoft's share of the market for Intel-compatible PC operating systems is extremely large and stable. Second, Microsoft's dominant market share is protected by a high barrier to entry. Third, and largely as a result of that barrier, Microsoft's customers lack a commercially viable alternative to Windows.

Zonder ingrijpen van een overheid zal de levering van Microsoft OEM besturingssystemen op nieuwe PC's nog jaren doorgaan. Op zich is daar niets mis mee, maar Microsoft maakt er misbruik van. Doorgaans bewust en willens en wetens, maar ook als zij zich bekeerde tot een echt vrije markt met gelijke kansen qua verdienste voor iedereen en dus geen nieuwe software meer met haar OS zou bundelen, dan nog zou MS met haar in het verleden relatief te goedkoop opgekochte en ontwikkelde moneymakers als MS Office in het voordeel zijn. De enige manier om dit oordeel op te heffen is iets dat alleen de Amerikaanse regering en justitie kunnen doen. Namelijk het opdelen van Microsoft in een toepassingen- en besturingssysteemtak. Maar Microsoft dreigt dan (met haar intellectual property, zeg maar patenten) naar Canada uit te wijken,

Net zo goed als mannen historisch gezien in het voordeel zijn t.o.v. vrouwen om topfuncties te bekleden. Het is voor mannen en vrouwen nu eenmaal zo gelopen. Maar wil je iets tegen een wanverhouding doen, dan moet je aan positieve discriminatie doen. Een geschikte vrouw voor een bepaalde positie nemen omdat er nog maar weinig vrouwen in die positie zijn. Een kleurling nemen omdat kleurlingen ondergerepresernteerd zijn. En open source software gebruiken als het in de door MS gedomineerde wereld redelijk voldoet. Alleen op die manier kun je MS dwingen om rekening te houden met open standaarden.

Rechter Thomas Penfield Jackson onderzocht vooral de effecten ervan in de "browser war", maar er zijn veel meer gebieden waar Microsofts monopoliepositie pijnlijk zichtbaar wordt. Het is een vicieuze cirkel.



Microsofts evidente belang om dit monopolie te handhaven staat de vooruitgang in de weg. Microsofts marktstrategie van "Gebreken wegmoffelen in een mooie verpakking" garandeert weliswaar een hoge beursnotering, maar geen goede software. Integendeel. Ze zal nadelig uitwerken voor een samenleving die steeds meer van Microsofts software afhankelijk wordt.

In de huidige marktverhoudingen hebben commerciële initiatieven geen schijn van kans om zich van Microsofts juk te ontdoen. Uitstekende PC besturingssystemen als OS/2 en Beos (nu Zeta) haalden het niet. Op de Office markt domineert MS Office. Alleen in een nichemarkt valt voor een innovatieve low-budget shareware-auteurs nog wat te verdienen. Daarnaast is een lucratieve kruimelmarkt ontstaan voor programma's die de tekortkomingen van Microsofts producten proberen te verhelpen (Norton e.d.). Vazallen en voor noppes werkende toeleveringsbedrijven (stuurbestanden!) heeft Microsoft bij de vleet, maar serieuze concurrentie steeds minder. Hoe zit dat?

Een computer werkt met hardware, een besturingssysteem en programma's.

Zowel software- als hardwarefabrikanten strijden om uw gunst op de PC. De enige die geen strijd hoeft te leveren is Microsoft. Het Windows besturingssysteem werd de de facto standaard waar iedereen zich aan moest houden.

Vanwege Microsofts monopolie zullen zowel de software- als hardwarefabrikanten hun producten op Microsoft Windows moeten afstemmen. Door hun investeringen worden de mogelijkheden van het Windows platform steeds meer uitgebreid zonder dat Microsoft daar iets voor hoeft te doen.

PROGRAMMA'S en PROGRAMMABIBLIOTHEKEN

SYSTEEMBIBLIOTHEKEN (WIN32 API) en KERNEL

STUURBESTANDEN, BIOS en HARDWARE

Microsoft houdt via een verdeel een heers politiek de regie strak in handen en laat anderen innoveren.

Hardware fabrikanten

Microsoft laat de hardwarefabrikanten de stuurbestanden maken. Als ze braaf zijn mogen ze het Optimized for Windows logo gebruiken en krijgen ze korting op hun Microsofts Windows OEMs. Microsoft oefent druk uit op hardwarefabrikanten om de manco's van Windows op te lossen. Zo moet de Palladium chip Microsofts beveiligingsproblemen (Trusted Computing FAQ) oplossen. Waar de GDI van Windows te traag was, kregen de videokaartfabrikanten een zet om hun hardware en drivers ten gunste van de Microsoft Windows Direct X API te optimaliseren. Wie daar niet aan meedeed, telde niet meer mee. Het zette Microsoft enorm op voorsprong als spelletjes platform.

De elkaar zwaar beconcurrerende hardwarefabrikanten investeerden zoveel in Windows stuurbestanden, dat ze niet meer aan Linux, Beos of OS/2 versnellers toekwamen. Om de prijs voor de Windows consument verder te drukken werd de Optimized for Windows hardware onder erbarmelijke omstandigheden in China gemaakt (globalisering). Maar vanwege de hoge winstmarges die de monopolist Microsoft behield, kon Bill Gates een gewaardeerd filantroop worden.

Software ontwikkelaars

Ook softwarefabrikanten investeren in Windows. Wie niet voor Windows schrijft kan het wel vergeten. Om sneller en dus competitiever te kunnen ontwikkelen gebruiken software ontwikkelaars door Microsoft verstrekte Windows bibliotheken en compilers. Maar Microsoft verstrekt haar gereedschap alleen voor het Windows platform. Hierdoor zullen programma's die ook voor voor andere besturingssystemen geschreven worden uitblijven of op zijn minst op grote achterstand geraken. Want dergelijke programma's moesten hun eigen vensters ("Windows") schrijven.

Microsofts meest begunstigde partners kregen non-disclosure toegang tot ongedocumenteerde onderdelen van de Windows API. Dat levert nog meer voordelen op. Microsofts eigen softwareproducten (MS Office, Internet Explorer) zijn hier natuurlijk het meest in het voordeel. Maar software producten die onder meerdere besturingssystemen lopen moeten hun eigen bibliotheken meebrengen (Java, Netscape, Mozilla, StarOffice, OpenOffice.org) . Hierdoor gebruiken ze veel meer geheugen en starten ze dus langzamer op.

Suns Java is zelfs een compleet besturingssysteem. Omdat het Java besturingssysteem binnen Windows draait werken Java applicaties nooit zo snel als pure Windows applicaties. Maar omdat door keiharde concurrentie en globalisering de hardware (geheugen, processorkracht) sneller en goedkoper werd, valt er goed mee te werken. Met name de documentatie en compatibiliteit met andere besturingssystemen (databanken op UNIX servers en mainframes) worden door programmeurs op prijs gesteld. Hierdoor werden Java implementaties standaard in de grote bedrijven. En juist om die reden werkte Microsoft Java op allerlei manieren tegen.

De markt voor software

> Top <

De commerciële softwaremarkt is geen gewone markt. De (re)productiekosten van een succesvol softwarepakket staan in geen verhouding tot de marktprijs. De marktprijs is wat de gek ervoor geeft. Doorgaans zijn de prijzen het hoogst voor het bedrijfsleven (die massaal inkoopt om de prijs te drukken), lager voor de thuisgebruiker, nog lager voor een competitieve opwaardering en het laagst op de illegale markt.

Maar voordat een softwareproducent van zijn riante winstmarge op de softwareproductie kan profiteren moet wel hij enorme investeringen in ontwikkeling en promotie doen. Hoe grootschaliger het project, des te groter die investeringen. Een succesvol besturingssysteem, office pakket of systeempakket betekent een miljoenenwinst; een flop een miljoenenverlies. De softwaremarkt is grillig en riskant. Daarom kunnen alleen kapitaalkrachtige bedrijven met een uitgekiend verkoop- en promotienetwerk zich dergelijke projecten permitteren.

Vanwege de enorme investeringen zal het management er alles aan gelegen zijn om een product tot een kassucces te maken. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Niet de programmeurs, maar de met een license to lie gehonoreerde marketingmensen bepalen welke producten waar en wanneer verschijnen. Ze verzinnen de "productinformatie", de prijs en de mogelijkheden van het product, de gebruiksvoorwaarden en de oude producten die van de "vrije markt" moeten verdwijnen. Want geen softwareproducent wil met zijn eigen merkproducten concurreren. De marktspelers worden zorgvuldig bewerkt. Reclamecampagnes worden opgezet, journalisten en dealers ontvangen douceurtjes. Zeer kapitaalkrachtige bedrijven als Microsoft hebben zich al in de media ingekocht. Ze zijn goed betalende adverteerders. Op al te harde kritiek hoeven ze dus niet te rekenen.

Onder deze marktcondities verkoopt Microsoft doorgaans redelijk goede software tegen een betaalbare prijs. Het zou dom zijn om dat te ontkennen. Juist om die reden worden Microsofts producten massaal verkocht. Microsoft werd niet alleen de maker van het meest verkochte besturingssysteem, maar ook de grootste makelaar van Windows en Mac toepassingen. Ik gebruik het woordje makelaar omdat Microsoft feitelijk meer software opkoopt en verhuurt dan het ontwikkelt.

De merknaam Microsoft garandeert al een groot verkoopeffect. En het feit dat Microsoft de touwtjes strak in handen heeft, is voor velen juist een reden om in Microsoft te investeren. Want wie investeert niet in de bij altijd winnende partij. Microsoft wint altijd. Want ook als u om praktische of ideologische redenen geen Microsoft producten meer gebruikt: u betaalt er aan mee. Net zo goed als een pacifist via de belastinggelden het leger betaald.

Vanwege de buitensporig hoge winstmarges op zijn topproducten kon Microsoft ook bij scherpe prijzen van de concurrentie nog royale winsten boeken. Zodra een concurrent van de markt was gedrukt vijzelde ze de prijs van haar producten weer op. Bekende methoden om zich van de concurrentie te ontdoen zijn:

Bij deze werkwijzen staat niet de kwaliteit van de software centraal, maar het behoud van Microsofts marktpositie.

Iemand die onder deze omstandigheden met Microsoft wil concurreren moet van goede huize komen. Hij moet niet alleen met goede en betaalbare software komen, maar ook aantonen dat zijn software het stukken beter doet. En dat valt niet mee voor een nieuwkomer.

Als een derde partij een breder inzetbaar Office product wil maken (StarOffice) dan MS Office, stuit hij op het probleem dat de kosten die hij per verkocht Office pakket moet maken in geen verhouding staan tot de kosten die Microsoft maakt. Als Microsoft met zijn enorme winstmarge de prijs laat zakken, loopt hij het risico op een miljoenen strop. Hij moet bovendien investeren in import filters (lastig te maken, omdat Microsoft zich niet aan standaarden houdt) en moet een met de Microsoft producten compatibele interface leveren. Anders weet de aan Microsoft gewende gebruiker niet hoe hij met de nieuwe software om moet gaan en is het parels naar de zwijnen gooien.

Een op commerciële basis werkende softwareproducent kan nog wel in een handig utility investeren, maar niet in een groot concurrerend office-pakket. En al helemaal niet als hij de Windows Application Programmers Interface (API), waarvan zijn programmatuur afhankelijk is, en Microsofts prijsbeleid, op basis waarvan hij zijn investeringen moet doen, niet kan vertrouwen. Microsoft kan dit wel, maar andere producenten niet. Alleen de in de Windows ellende gespecialiseerde softwarehuizen - crash guards, virusscanners, firewalls, ini verschoners - beleven goede dagen.

Conclusie

Er is veel meer voor nodig om software op de markt te verkopen dan goede programmeerkunst en een redelijke prijs alleen. Wie de prijs-kwaliteit verhouding van een Linux distributie kent, zal dit beamen. Zaken als beschikbaarheid en bekendheid spelen een beslissende rol. Al was het alleen maar omdat veel software in een impuls wordt gekocht zonder het van tevoren uit te proberen. Alleen een overheid als de EU kan in de praktijk nog eisen aan Microsofts software stellen.

Op dit moment is de open source beweging Microsofts belangrijkste opponent. Maar de verjaging van Microsoft uit het bedrijfsleven zal pas gestalte krijgen als grote bedrijven als Sun en IBM betaalde ondersteuning bieden aan grote bedrijven en overheden. Vooral de overheid zal hier het voortouw moeten nemen. Al was het alleen maar om haar de informatie voor haar burgers niet in Microsofts proprietary formaten op te slaan.

Niet universele alles in een oplossingen

> Top <

Ik wil u tenslotte op een ander aspect wijzen. Het gaat om de verschillende perspectieven van de programmeurs uit de UNIX/GNU Linux wereld en de wereld van de modale Windows gebruiker.

De digibeten van de GUI

> Top <

Een verontrustend aantal computergebruikers is aan de Windows GUI verslaafd geraakt. Hun productiviteit is van enkele Windows toepassingen afhankelijk. Ze hebben bijvoorbeeld een knoppencursus Outlook, Word of Powerpoint gevolgd, maar van de achtergronden weten ze niets. Ze verwarren een document met Word, email met Outlook en de computer met Windows. Als je hen vraagt hun documenten als Rich Text Formaat op te sturen, weten ze niet waar je het over hebt. Hun kennis blijft steken op uiterlijkheden. Wat er onder de motorkap gebeurt interesseert hen niet. Zolang hun Intel XX machine het maar kan trekken.

Deze GUI verslaafden hebben geen behoefte aan een alternatief besturingssysteem. Ze raken al geïrriteerd als iemand hen op veilige alternatieven wijst. Windows is al moeilijk genoeg. Besturingssystemen die geen bekende programma's als MS Office of Outlook draaien, liggen buiten hun bereik. Als de afsluitknop niet bij de startknop zit raken ze al in paniek. En bij een in tekstmodus draaiend programma trekken ze een vies gezicht ("Bah DOS"). Je moet met hen niet over beveiligingsproblemen praten, want aan de Windows marketing ontlenen ze hun ogenschijnlijke zekerheid.

Zo iemand doet een Microsoft verkoper vergenoegd glimmen. Dat is zijn ideale klant. Microsoft doet zijn uiterste best om het deze GUI verslaafde naar de zin te maken. Om die reden is zijn de Microsoft browser en Media spelers al in het besturingssysteem geïntegreerd. Compleet met leuke snelkoppelingen naar de door Microsoft gecontroleerde media.

En ook Microsofts geïntegreerde softwarepakketten liggen goed bij deze consument. Niet omdat ze zoveel beter zijn, maar omdat ze in eerste instantie gemakkelijker zijn te gebruiken. En dat is waar het deze computergebruikers om gaat. Ze zien liever applicaties met zichtbare Wizards en intuïtieve iconen, dan dat ze zelf moeten bedenken wat ze willen doen. Daarom kiezen ze voor Microsoft: Where do you want to go Today? Dat Microsoft hiermee meteen hun pad uitstippelt zal hun worst zijn. Zonder de grote broer zijn ze niets.

Ik wil hiermee geen enkele Windows gebruiker belachelijk maken. Ik erken dat Microsoft hen verdienstelijk is. Ik wil slechts wijzen op de gevaren van het al te afhankelijk zijn van enkele kantoorapplicaties en het denken op klik hier, klik daar toepassingsniveau. Met de tijd zal iedereen het zelf wel leren, maar de gemakkelijkste weg is zelden de beste weg.

Een besturingssysteem is gemaakt om de computer te besturen. Toepassingen moeten bepaalde taken doen. Maar wat ik in mijn naaste omgeving zie is dat alleen het gebruik van de Microsoft Office programma's toelaatbaar wordt geacht. Met als gevolg dat teksten in Word geschreven worden, roosters in Excell verschijnen en mijn open source browser vastloopt op ondeugdelijke HTML. Hier kan ik nog mee leven, maar het vervelende is dat de nieuwe en dus meest onwetende computergebruikers de trendsetters zijn. Zij lopen achter Bill Gates aan. Maar hun keus bepaalt niet alleen Bill Gates marktaandeel, maar ook de toekomst van de hardware (winkukels) en het aanbod op het internet.

Totalitaire softwarepakketen

> Top <

Schoenmaker houdt u bij uw leest. Dat was de essentie van de UNIX "Toolbox" filosofie.

"Write programs that do one thing and do it well. Write programs to work together. Write programs that handle text streams, because that is a universal interface."

Grote commerciële softwarereuzen willen de markt veroveren. Door hun producten met steeds meer tierlantijntjes te verfraaien proberen ze zich van de concurrentie te ontdoen. En ook al stellen de verbeteringen in de praktijk weinig voor - vaak ontstaan er alleen maar nieuwe bugs en veiligheidslekken - het kan de consument er wel van weerhouden om een ander product te kopen. De consument is immers niet in staat om zaken als kwaliteit en veiligheid te beoordelen. Die kijkt alleen naar de indrukwekkende plaatjes op de doos.

Nieuwe eigenschappen slaan softwarefabrikanten bij voorkeur in hun laatste bestandsformaat op. Door uw gegevens naar een particulier bestandsformaat te converteren zullen ze uw data gijzelen. Niet uitwisselbare bestandsformaten en protocollen beletten u naar andere software over te stappen en dwingen degenen met wie u samenwerkt dezelfde software te gebruiken. Zo halen de totalitair softwarepakketen de grond onder de voeten van de kleinschalig werkende concurrentie weg.

Op die manier werden Microsoft Word en het Portable Document Format van Adobe populair. Maar het betekent wel dat u de documentatie van de Nederlandse overheid alleen na toestemming van Amerikaanse bedrijven kunt lezen. Deze gedwongen winkelnering staat haaks op de UNIX toolbox filosofie, waar programma's en data uitwisselbaar waren.

Microsoft en andere totalitair denkende softwarereuzen bieden u complete alles-in-een oplossingen. Deze wij-denken-voor-u mentaliteit heeft aantrekkelijke kanten voor de beginnende computerconsument, maar is de dood in de pot voor degenen die naar originele oplossingen zoeken.

Eric Raymond spreekt van De kathedraal en de bazaar. De kathedraal bezoekt u voor door softwarereuzen geredigeerde Windows eXPerience, maar als u uw werk naar eigen inzicht wilt inrichten kunt u bij de bazaar van kleine UNIX utilities terecht.

Nieuwe software voor een nieuwe wereld

> Top <

Ik realiseer met dit nadat ik Eckhart Tolles "Een nieuwe wereld" gelezen heb. Tolle en zijn geestverwant Ken Wilber hebben bij mijn weten nooit over open source software geschreven, maar als geesteswetenschappers en spirituele leraren zullen ze open source principes wel onderschrijven. Want open source betekent dat je zowel het goede als de kwade aspecten van je software wereldkundig (bewust) maakt. Open source software is net als closed source software op zich niet goed of slecht. Het is de in het hier en nu gegeven software die is zoals ze is. Maar omdat de broncode voor iedereen zichtbaar (immanent) en door iedereen modificeerbaar (transcedent) is kan ze zich ontwikkelen.

Maar hoe anders is het met de commerciële software. De waarde hiervan ligt in Tolle's psychologische tijd, uw door bitmaps en schone schijn bedrogen ego. U denkt de baas te zijn over uw PC, ook al regelen grootmachten als Microsoft, Norton en het IANA het anders. U denkt zoiets als zekerheid te hebben, maar u kent uzelf, uw PC, laat staan Windows niet. U leeft in een oude aarde van valse beloften. U vertrouwt erop omdat iedereen in uw omgeving dat doet. Maar uw beeldvorming is afhankelijk van Microsofts mythen, conditionering en marketing.

Time is om my side geldt voor ieder open source project. Omdat een open source project niet met geld of andere middelen is weg te kapen. Open source is ook niet afhankelijk van vage beloftes als "stil maar, wacht maar, Windows wordt nieuw". De kracht van open source is gelegen in wat ze nu voor u kan doen in het hier en nu . In al haar manifestaties. De veelkleurige manifestaties van open source software worden nooit verleden tijd. U kunt er altijd op teruggrijpen. En u kunt de mogelijkheden en beperkingen die iedere manifestatie heeft vrijelijk benutten op een manier zoals u dat wilt. Zolang u maar niet denkt het intellectuele waardegoed (de Geest) te bezitten. Want het is van iedereen.

Meer lezen

> Top <

Auteursrecht in het digitale tijdperk: De Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland inventariseert vragen over auteursrecht.

Softwarepatenten: FAQ

Auteursrecht (iusmentis.com): Arnout Engelfriets juridische site.

Lycaeus® Juridisch Woordenboek (Nederlands recht)

Business Software Alliance: De commerciële licentie politie. Een Query naar "GPL" gaf "err: no results".

Programmerende schooljongens leggen fundament voor software-imperium (aanrader)

SocioSite: EIGENAARDIGHEDEN VAN CYBERSPACE - INTELLECTUEEL EIGENDOM & COPYRIGHT: Albert Benschop over de transformatie van auteursrechten in het digitale tijdperk.

De knechtende voorwaarden van Microsoft: veel dikdoenerij, nauwelijks geldig : een boeiende serie artikelen van Gerrit Jan Brel.

Those MS API disclosures - errors, incomplete, useless?

ICT in het Onderwijs: het Vrije Software alternatief van Herman Bruyninckx.

In Alternative View of Microsoft Monopoly wijst Charles Wu erop de Microsofts monopolie grotendeels op een software barrière gebaseerd is: De meerderheid die MS Office gebruikt gaat er vanzelfsprekend van uit dat anderen zich hieraan zullen moeten aanpassen.

In Microsoft: Monopoly or Good Business Strategy? merkt Joseph Crowell terecht op dat : "Microsoft is the leading operating system producer of the world. Approximately 90% of the operating systems used today are manufactured by Microsoft. The operating systems sell very well because of their excellent software support." Windows verkoopt goed vanwege de application barrier ("excellent software support"). Om die reden zullen hardware fabrikanten vooral voor Windows stuurbestanden maken. Met die hardware barrier wordt Microsofts positie nog eens extra versterkt.

Nieuws van GroenLinks in de Europese Unie: Stormloop op conferentie over software patenten

News: Office, Windows cover Microsoft losses: over Microsofts geldmachine. Deze monopolist maakt 85% winst op MS Office en Windows werkstations. Met die woekeropbrengst vagen ze iedere commerciële concurrentie weg.

Jennifer Edstrom en Marlin Eller: De barbaren van Bill Gates. Achter de schermen van Microsoft (Ooievaar, 1999)

> Top <